Biomethaan wordt momenteel grotendeels geproduceerd en verbruikt binnen hetzelfde land. Slechts een klein deel wordt over de grens verhandeld. De belangrijkste reden hiervoor is dat vrijwel alle biomethaan nu gesubsidieerd is, en overheden de export van gesubsidieerd biomethaan doorgaans niet toestaan. Een andere mogelijke reden voor de beperkte internationale handel is de veronderstelling dat importerende landen de broeikasgasreductie van biomethaan niet mogen meetellen voor hun internationale klimaatverplichtingen. De Biomethane Industrial Partnership vroeg Common Futures om juist dit punt te onderzoeken.

 

In onze studie analyseerden we hoe onduidelijke richtlijnen voor het rapporteren van emissie-inventarissen aan het UNFCCC een belemmering kunnen vormen voor grensoverschrijdende handel in biomethaan tussen EU-lidstaten. Experts uit 17 lidstaten, het IPCC, Eurostat en het Europees Milieuagentschap werden geconsulteerd.

 

Uit de analyse kwamen twee belangrijke knelpunten naar voren die handel binnen de EU bemoeilijken. Ten eerste verbiedt Europese regelgeving voor de rapportage van broeikasgasemissies het gebruik van administratieve methodes zoals certificaten. Dit kan leiden tot een kloof tussen de fysieke uitstoot en de administratieve toerekening daarvan. Ten tweede hanteren lidstaten verschillende methoden voor het boeken van biomethaanimport en -export, wat het risico op dubbele boeking van emissiereducties met zich meebrengt. Naarmate de handel groeit, kunnen deze verschillen de verdere ontwikkeling van biomethaanhandel en het behalen van EU-klimaatdoelen in de weg staan.

 

Als gevolg van deze studie lopen er nu gesprekken tussen EU-lidstaten en de Europese Commissie over hoe de emissieboekhouding voor geïmporteerd en geëxporteerd biomethaan kan worden verbeterd en geharmoniseerd.